Vandaag zondag 29 augustus vindt de IJzerwake plaats in Steenstrate, een gehucht bij Ieper. Deze extreemrechtse Vlaams-nationalistische manifestatie scheurde zich in 2002 af van de traditionele IJzerbedevaart, die niet meer aan hun verwachtingen voldeed. De extremistische onvrede met het IJzerbedevaartcomité was niet nieuw. Er was al langer een comité ‘radicalisering’ opgericht om de samenkomst verder naar rechts te trekken. Op de IJzerbedevaart van 2002 kwam het uiteindelijk tot een onderling gewelddadig treffen.
Op de IJzerwake treft men tegenwoordig tal van Vlaams Belang-mandatarissen aan, naast de mensen van Voorpost en verder nog zowat alle ‘usual suspects’ van het Vlaamse rechtsextremisme. Er is telkens belangstelling van buitenlandse extremisten, zo was de Nederlandse extreemrechtse politicus Thierry Baudet er een prominent gastspreker. Het was op één van deze IJzerwakes dat VNJ-jongeren paradeerden met een vlag die de Stormbrigade-Langemarck eerde, de in mei 1943 opgerichte Vlaamse Waffen-SS-eenheid. Ook de spandoek “Mijn vader was Oostfronter en als Vlaming ben ik daar fier op” oogstte er belangstelling.
Van de IJzerwake naar het Bormshuis
Het contactadres van de IJzerwake is gevestigd in Antwerpen (Volkstraat 30). Voor wie Vlaams extreemrechts met wat meer aandacht observeert, is dat een welgekend adres. Daar is immers het Bormshuis gevestigd, genoemd naar de nazi-collaborateur August Borms die na de Bevrijding tot de doodstraf werd veroordeeld. Hij werd op 12 april 1946 in de rijkswachtkazerne van Etterbeek gefusilleerd. Formeel is het Bormshuis een museum (er liggen persoonlijke spullen van de man) en een documentatie- en archiefcentrum van de Vlaamse beweging. Het wordt ook door de Stad Antwerpen als dusdanig erkend en is opgenomen in haar lijst van stedelijke musea.
Met historisch-wetenschappelijke studie heeft het Bormshuis echter weinig vandoen. Jaarlijks organiseert het een Bormsherdenking waarop de veroordeelde collaborateur vereerd wordt. Het laatst gebeurde dat op 18 april, zoals gebruikelijk aan het graf van Borms en zijn echtgenote Cesarina De Smet op de begraafplaats van Merksem. Een andere sterkhouder van het Bormshuis was de met de familie Van Onckelen gelieerde Luc Dieudonné. De man overleed in november 2014. Dieudonné had een lang rechtsextremistisch parcours achter de rug. Eind jaren zeventig trad hij toe tot de Vlaamse Militantenorde (VMO), die later als privémilitie veroordeeld en ontbonden werd. Hij nam in februari 1980 deel aan de aanslag op de Mechelse progressieve boekhandel De Rode Mol, feiten waarvoor hij veroordeeld werd.
In de schaduw van Vlaams Blok/Belang
Markant is ook dat Dieudonné in de schoot van het Vlaams Blok een inlichtingendienst oprichtte, KOSMOS: Kring voor Onderzoek naar Socialistische en Marxistische Ondermijning van Onze Samenleving. Zijn activiteit voor KOSMOS verrichtte hij onder het pseudoniem Jan Stalmans. Dat was geen lukraak gekozen naam: Jan Stalmans was de nazi-collaborateur die onder meer meewerkte met de collaboratieradio Zender Brussel. KOSMOS riep in de jaren tachtig onder meer op op “progressieve leer-raars” (let op de spelling) te verklikken en keerde zich ook tegen de toenmalige campagne School Zonder Racisme. Dieudonné stond op de loonlijst van Vlaams Blok. Hij werkte er op de studiedienst en was ook mandataris in het district Antwerpen voor de wegens racisme veroordeelde extreemrechtse partij.