De vrijwilligersorganisatie AdLens onthulde dat de advertentiebudgetten van N-VA en Vlaams Belang de pan uit swingen. Alleen al in de eerste helft van 2021 gaven ze ruim anderhalf miljoen (!) euro aan advertenties op Facebook en Instagram uit. Recent ander onderzoek toonde dan weer aan dat vooral politici van VB en – in mindere mate – N-VA met hun sociale mediaposts bewust en systematisch de wettelijke grenzen van het haatdiscours opzoeken. Zo dienden op 20 augustus 2021 nog 1.477 burgers een klacht in tegen het extreemrechtse parlementslid Sam Van Rooy.
Van alle Europese politici adverteerde N-VA-voorzitter Bart De Wever in de eerste jaarhelft veruit het meest op Facebook en Instagram: 225.441 euro. In de Europese top 10 duiken ook op: Tom Van Grieken (plaats 4 met 81.479 euro), Jan Jambon (plaats 7 met 64.457 euro) en Zuhal Demir (plaats 10 met 54.566 euro). Samen zijn goed voor 425.913 euro. En dat zonder verkiezingscampagne!
Voortdurend de wettelijke grenzen opzoeken
Recent bleek dat vooral mandatarissen van het Vlaams Belang – en in minder mate die van N-VA – in hun sociale mediaposts de wettelijke grenzen van het haatdiscours opzoeken. Er werden niet minder dan 192 Twitterberichten en 237 Facebookberichten gedetecteerd. Met andere woorden: ons belastinggeld wordt door rechtsextremisten bewust en systematisch ingezet om de rechtsstaat te ondermijnen. De geviseerde groepen van de haatdiscoursen worden bijna altijd geselecteerd op basis van herkomst of religie, en zijn in het bijzonder personen met een migratieachtergrond en die (cultureel en/of religieus) moslim zijn.
Klacht tegen Sam Van Rooy
Gelukkig weigeren hoe langer hoe meer bezorgde burgers om dit nog langer stilzwijgend aan te zien. Zo diende een andere vrijwilligersgroep Allemaal van Belang namens 1.477 verontwaardigde burgers op 20 augustus een klacht in tegen het extreemrechts VB-parlementslid Sam Van Rooy. De tweet waartegen een klacht werd ingediend is een zeer goede illustratie van hoe extreemrechts de wettelijke grenzen opzoekt. Door te stellen ‘Iemand zei me eens dat …’ probeert het parlementslid ons wijs te maken dat hij het niet is die tot een uitroeiingscampagne oproept. Of zoals Abraham Lincoln het ooit zie: ‘you cannot fool all the people all the time.’