Dit jaar bestaat de Belgische liberale beweging 175 jaar. In het kader daarvan ging afgelopen vrijdag een plechtig ‘Feest van de vrijheid’ op de Brusselse Heizel door. In de naoorlogse periode heeft de Belgische liberale beweging een rijke traditie opgebouwd als het gaat over de strijd voor mensenrechten, vrijheid en de democratische rechtsstaat. Minder gekend is dat verschillende liberale prominenten op de barricades stonden tegen extreemrechts en het oprukkende fascisme. Sommigen onder hen – zoals Arthur Vanderpoorten en Paul-Emile Janson – betaalden daarvoor met de zwaarst mogelijke prijs: hun leven. Anno 2021 worden België en Vlaanderen met nieuwe vormen van rechts-extremisme en fascisme geconfronteerd. Meer dan ooit heeft de liberale beweging daar een belangrijke rol in te vervullen.
Arthur Vanderpoorten vluchtte bij de Duitse inval in 1940 samen met de rest van de regering naar Frankrijk. Vanderpoorten bleef er nadien en werd door het collaborerende Vichy-regime sterk in zijn bewegingsvrijheid beperkt. Op verdenking van het opzetten van ontsnappingsroutes naar Engeland werd Arthur Vanderpoorten in 1943 opgepakt en naar het concentratiekamp van Bergen-Belsen getransporteerd. Hij stierf er enkele weken voor het einde van de oorlog aan ontberingen en tyfus. Arthur Vanderpoorten is de grootvader van de huidige Open VLD-politici Marleen Vanderpoorten (OCMW-voorzitter Lier) en Patrick Dewael (federaal parlementslid en burgemeester van Tongeren).
Paul-Emile Janson was net zoals Arthur Vanderpoorten minister op het moment van de Duitse inval in 1940. Ook hij vluchtte naar Frankrijk en ging er samen met zijn jongste dochter in Nice wonen. Janson werd in oktober 1943 gearresteerd en in de gevangenis van Fresnes opgesloten. In januari 1944 werd Paul-Emile Janson naar het concentratiekamp van Buchenwald overgebracht, waar hij in maart 1944 van uitputting en ontbering zou overlijden.
In 2007 publiceerde Karel De Gucht een opmerkelijk boek waarvan de titel niets aan de verbeelding overliet: ‘Pluche. Over de banalisering van extreemrechts’. In zijn boek deed De Gucht een oproep aan politici, journalisten en intellectuelen om de democratische samenleving mee vorm te geven. ‘Want een democratie die twijfelt aan de kracht van haar overtuiging en een publieke opinie die de grenzen van het ontoelaatbare laat vervagen, bieden extreemrechts een pluchen zetel aan.’ Het zijn woorden die vandaag – helaas – nog niets van hun relevantie verloren hebben.
Zoals al gezegd, Het Observatorium vindt dat de liberale partijen een belangrijke rol te vervullen hebben in de strijd tegen hedendaagse vormen van fascisme. We roepen de liberale politici dan ook op om die strijd met hun volle overtuiging te voeren. Op dit vlak werden recent helaas kansen gemist. Het was pas na een interventie van Het Observatorium dat de Tongerse burgemeester de vergunning introk van een marktkramer die al jarenlang grote hoeveelheden nazivoorwerpen verkocht. Op dit vlak blijven we trouwens met vragen zitten waarom de bevoegde Tongerse ambtenaren en politie niet reageerden op herhaalde klachten van marktbezoekers. Daarnaast is Het Observatorium bezorgd over de reactie van de Gentse burgemeester bij de vaststelling dat er in Gent een lokale afdeling van het neonazistische Volksverzet actief is. In het verleden keerde de Gentse burgemeester zich herhaaldelijk en in zeer duidelijke bewoordingen tegen elke vorm van rechts-extremisme. We rekenen er op dat hij de daad bij het woord voegt.
Deze video is een fragment uit de langere video over 175 liberale beweging