Enkele honderden verontruste burgers namen afgelopen woensdag in Utrecht aan een portestmars tegen het oprukkende fascisme en complottheorieën deel. De directe aanleiding was een fakkeloptocht een week eerder waarbij extreemrechtse demonstranten met de zogenaamde Prinsenvlag wapperden. De Prinsenvlag was tijdens WOII het symbool van de collaborerende, nazistische partij NSB. Het neofascistische Voorpost gebruikt de Prinsenvlag vandaag nog zeer regelmatig.
Het is opmerkelijk dat men zich in Nederland nog buiten de democratische orde plaatst als men met een extreemrechts symbool de publieke ruimte betreedt. Dergelijke daden worden er – terecht – als ontoelaatbaar beschouwd. Wellicht mogen we daaruit concluderen dat de brede bevolking in Nederland de oorlogsgruwel nog juist interpreteert: collaborateurs stonden aan de slechte kant, verzetsstrijders aan de goede.
Ondertussen in Vlaanderen
Hoe anders is het in Vlaanderen gesteld …
In Vlaanderen zijn er nauwelijks verontwaardigde reacties als een lokale politicus een veroordeelde en gevaarlijke neonazistische terrorist voor bewakingsopdrachten inzet.
In Vlaanderen wordt de leider van een criminele neofascistische jongerenorganisatie met parlementaire onschendbaarheid beloond.
In Vlaanderen mag men tijdens een massabijeenkomst straffeloos met een nazistische Deutsches Rote Kreuzvlaggen zwaaien.
In Vlaanderen laat een voormalige rector en kerkjurist – die al vele jaren het cordon sanitaire in vraag stelt – zich voor de kar van extreemrechts spannen om het coronabeleid aan te vallen.
Afbeelding: De Gelderlander