Een advies van de Raad van State (70.264/VR van 3 december 2021) maakt zo ongeveer brandhout van het voorstel van Vlaams Belang om de vakbonden juridisch aan te pakken.
Het Vlaams Belang doet veel moeite om zich op te werpen als verdediger van de ‘kleine man’, van de werkmens… tenminste zolang die ‘van hier’ is. Alleen Vlamingen kunnen volgens extreemrechts genieten van een sociale zekerheid waarvoor extreemrechts overigens nooit gestreden heeft. Van alle fundamentele sociale en democratische verworvenheden waarvan de werkende mensen in dit land genieten, heeft extreemrechts aan de realisatie van geen enkele meegeholpen. Het sociale palmares van extreemrechts is onbestaand. Dat was vroeger zo, in de jaren dertig en veertig toen extreemrechtse partijen dweepten met Mussolini en Hitler. En dat is vandaag nog steeds zo. Op dat vlak is er een onverbrekelijke continuïteit: extreemrechts en sociale en democratische rechten gaan niet samen.
Zoveelste poging om vakbonden te verzwakken
Een van de cruciale zaken waaraan elke werkmens kan zien dat het Vlaams Belang niet aan zijn of haar kant staat, is de positie tegenover de vertegenwoordigers van werkgevers en die tegenover de vakbonden, die in dit land nog steeds de meerderheid van werknemers vertegenwoordigen.
Zo diende het Vlaams Belang (alweer) een voorstel in om de vakbonden rechtspersoonlijkheid te verlenen (Parlemantaire Stukken, Kamer, 2020-2021, nr. 55-1997/001): een wetsvoorstel “betreffende het verlenen van rechtspersoonlijkheid aan organisaties van werknemers en overheidspersoneel”.
Het voorstel van Vlaams Belang heeft naar eigen zeggen (zie de memorie van toelichting die het wetsvoorstel voorafgaat) tot doel de aansprakelijkheid van vakbonden in te roepen wanneer zij een fout begaan in de zin van het burgerlijk recht of het strafrecht. Ook wil het Vlaams Belang hiermee zicht en controle krijgen op de financiën van de vakbonden. Extreemrechts wil dus dat elke vakbond hiervoor een rechtspersoonlijkheid aanneemt, zoals een vennootschap of een firma.
Als vakbonden dat niet binnen de zes maanden zouden doen, zouden ze onder meer niet meer mogen deelnemen aan collectieve onderhandelingen (dus niet meer de rechten van de werknemers kunnen verdedigen tegenover de werkgevers) en zouden ze evenmin kunnen optreden als uitbetalingsinstelling (waardoor ze de werkloosheidsuitkeringen niet zouden kunnen uitbetalen).
Terwijl Vlaams Belang de vakbonden dus wil verzwakken en buiten strijd zetten, probeert de partij tegelijkertijd in de gunst te komen van de Vlaamse werkgeversvereniging Voka. Of men daar graag gezien wil worden met het Vlaams Belang valt nog te betwijfelen. In wezen pleit extreemrechts voor een onafhankelijk Vlaanderen dat niet door de Europese Unie erkend zou worden en dat, wanneer het geen toegang krijgt tot de eurozone, een eigen Vlaamse munt zou moeten uitgeven. In deze onstabiele tijden zal elke verstandige werkgever begrijpen dat je met zulke avonturiers alleen maar in economische nesten komt.
Bedelen om een ondernemerspartij te worden
Het Vlaams Belang probeert toch voet aan grond te krijgen in werkgeversmiddens en onder academici via Pro Flandria, ‘het netwerk van Vlaamse ondernemers en academici’. In deze kring is iedereen welkom behalve dan vakbonden. In de geesten van de flaminganten-ondernemers horen vakbonden liever niet vertegenwoordigd in een bedrijf. Alles wat sociaal overleg is (collectieve arbeidsovereenkomsten, ondernemingsraden, comités voor preventie en bescherming op het werk, syndicale afvaardiging…) wordt er meer als een vloek dan als een zegen beschouwd.
Conclusie: Vlaams Belang is de partij tegen de organisatie van de werkende mensen en de partij die hengelt en bedelt om de partij van de ondernemers te kunnen zijn.
De Raad van State bracht een advies uit over het voorstel van Vlaams Belang om de vakbondswerking te beknotten. De Raad herinnert aan het feit dat in dit land de uitoefening van vakbondsvrijheid gewaarborgd hoort te zijn. Elke maatregel die rechtstreeks of onrechtstreeks een rem op deze uitoefening zou vormen, is in principe verboden. De Raad verwijst naar tal van nationale en internationale rechtspraak die deze vrijheid garanderen.
Conclusie: Vlaams Belang werpt zich dezer dagen graag op als behoeder van onze vrijheid (als het gaat om mee te surfen op de mobilisaties van antivaxers) maar blijkt hier een cruciale bestaande vrijheid in het voordeel van de werkende mensen te willen afschaffen.
De Raad van State zegt overigens dat als er misdaden worden begaan het gemeen recht inzake burgerrechtelijke en strafrechtelijke aansprakelijkheid volstaan.
Het is belangrijk dit artikel te laten circuleren onder mensen die denken dat Vlaams Belang voor sociale rechten is, achter de werkmensen staat en onze vrijheid verdedigt. Het omgekeerde is waar. Niemand mag zich nog langer laten vangen.
Afbeelding: Vlaams Belang (bewerkt door Het Observatorium)