“How to Stop Fascism: History, Ideology, Resistance” van de Britse auteur Paul Mason is een beklijvend boek. Het biedt niet alleen een intellectueel kader om hedendaagse vormen van fascisme te begrijpen, maar is ook een praktische handleiding om het te bestrijden. Mason is een voormalig muziekleraar en bekroond journalist, bij onder andere de BBC.
Vanaf de eerste bladzijden windt Mason er geen doekjes rond: het fascisme is helemaal terug. En de hedendaagse variant is volgens hem minstens even gevaarlijk als de oude. “How to stop fascism” is in feite één lange waarschuwing dat er dringend actie nodig is om onze democratie en onze vrijheid te redden.
Mason wijst op de vele symbolische en gewelddadige acties van de hedendaagse fascisten. Daarmee willen ze een “etnische oorlog uitlokken, vechten en winnen” (20) om nadien “etnische monoculturen” (xv) te installeren. Het Observatorium ging eerder al op de strategie van het zogenaamde accelerationisme in. Online platformen zijn een gedroomde biotoop voor de extreemrechtse mobilisatie die hiervoor nodig is. Via die wereldwijde platformen verspreiden hedendaagse fascisten ongecensureerd en geanonimiseerd hun haat, geweldfantasieën en samenzweringstheorieën. Opmerkelijk genoeg ziet Mason ook hier parallellen met het oorspronkelijke fascisme, dat vooral in Duitsland en Italië via grassroots-organisaties en gewelddadige acties een brede massa kon mobiliseren.
Mason waarschuwt ons dat de geschiedenis zich kan en zal herhalen, als we de ernst van de fascistische dreiging niet onder ogen zien. In combinatie met de uitdijende klimaatcatastrofe kan dit leiden tot een perfecte storm die fascisten zullen instrumentaliseren om hun doelstellingen waar te maken.
De auteur is er zich van bewust dat men zijn alarmerende waarschuwing overdreven kan vinden. Hij wijst er op dat het liberale centrum en de linkerzijde dat in de jaren 1920 ook deden. Enkele jaren later werden ze op een brutale en gewelddadige manier door het fascisme vernietigd. Mason uit scherpe kritiek op liberalen en de voltallige linkerzijde. Vroeger én vandaag zagen ze niet wat er zou komen (163). Door deze selectieve blindheid was er geen antifascistische strategie. Mason heeft schrik dat men dezelfde fouten zal herhalen.
Volgens Paul Mason had een verenigd front van liberalen en linksen het fascisme in Duitsland en Italië kunnen voorkomen. Als voorbeeld haalt hij de zogenaamde “Volksfronten” in Spanje en Frankrijk aan: coalities van radicalen en progressieve liberalen. Zij bestreden op een min of meer succesvolle manier de fascistische partijen. Alhoewel ook zij finaal het onderspit delfden, merkt Mason niettemin op dat “de Volksfronten het enige historische voorbeeld zijn van democratieën die zich effectief verdedigen tegen een significante fascistische dreiging.” (212).
Wat vindt Mason dat er vandaag moet gebeuren? “Om het fascisme te verslaan, moet je de ideeënstrijd winnen […]” (158). Ten eerste, moeten we de strijd tegen het hedendaagse fascisme als een ideologische oorlog zien. Fascisme is een haatideologie die drijft op racisme, vrouwenhaat, complottheorieën, mythen, intolerantie en geweld. Daartegenover moeten democraten rivaliserende ideologieën, instituties, culturen en netwerken zetten. En dit via de strategie van een langdurige belegeringsoorlog (“siege warfare”).
Ten tweede vereist de strijd tegen het fascisme een alliantie van het politieke centrum en de linkerzijde. Deze democratische politieke ideologieën moeten hun verschillen opzij zetten en zich verenigen om de democratie tegen het fascisme te verdedigen. Er zijn véél geëngageerde mensen nodig om de ideeënstrijd van extreemrechts te kunnen winnen. Daarbij moet er bijzondere aandacht zijn voor de brede mobilisatie van groepen die het slachtoffer van een fascistisch regime zullen zijn.
Ten derde, is er een “militante democratie” nodig, zoals in 1937 door de liberale politicoloog en filosoof Karl Loewenstein omschreven, die verhindert dat fascistische bewegingen misbruik maken van de gaten in de democratische grondwetten. Democraten moeten hiervoor het staatsapparaat en de rechtsstaat inzetten. Hij verwijst onder meer naar de huidige antifascistische wetten in Duitsland, inclusief het doorgedreven toezicht op geweldloze groepen die zich nog in een vroege fase op weg naar het fascisme bevinden.
Tenslotte pleit Paul Mason ervoor om opnieuw werk te maken van een breed gedragen antifascistische cultuur en ethiek. Met als voorbeeld de culturele massabeweging in Frankrijk tussen 1934 en 1937. Van 8 mei opnieuw een Belgische nationale feestdag tegen het fascisme maken, zoals Het Observatorium bepleit, kan hierin een bescheiden eerste stap zijn. Mason stelt expliciet dat er geen neutraliteit meer mogelijk is tegenover de huidige dreiging van het fascisme. Voor hem is het hoog tijd om fascisten op hun woord te nemen. “When they talk about genocide they are thinking of committing genocide. When they talk about enforced monogamy (i.e. sex slavery for women), they are thinking of enforcing it. When they talk about the black pill, that doesn’t just mean they are depressed; it means they are thinking of shooting a large number of Mulsims, gay people, women or leftist, and then themselves.”
Het boek telt 297 bladzijden en verscheen in augustus 2021 bij uitgeverij Allen Lane.