Op 11 april 1987 kwam in Torino een 67-jarige man in zijn huis ongelukkig ten val. Zo kwam abrupt een einde aan het leven van Primo Levi, chemicus van opleiding, partisaan tegen het fascisme, Holocaust-overlever en auteur van een twintigtal werken. Van die werken onthield de wereld vooral zijn eerste boek, ‘Se questo è un uomo’ (Is dit een mens) voor het eerst in 1947 gepubliceerd. In dat boek doet Primo Levi het relaas van zijn arrestatie als antifascistisch partisaan en zijn opsluiting in het concentratiekamp van Auschwitz (Monowitz-Buna, ook wel Auschwitz III genoemd) van februari 1944 tot aan de bevrijding van het kamp op 27 januari 1945.
De voorouders van de in 1919 in Torino geboren Primo Levi waren Joodse mensen uit de streek van Piëmont in het Noord-Westen van Italië. De antifascist Levi wordt op 13 december 1943 door een SS-patrouille gearresteerd. Hij is dan 24 jaar. Levi komt in Auschwitz terecht omdat hij van joodse afkomst is. Eenmaal de oorlog beëindigd, begint Primo Levi te schrijven, over zijn wedervaren in het concentratiekamp, vanuit de nood om te getuigen over de gruwelen die hij zag en die hem niet loslaten. Zijn hele oeuvre kan in dat opzicht ook beschouwd worden als een poging om dat trauma te bezweren, als een ‘innerlijke bevrijding’ zoals hij in 1958 in een voorwoord zou schrijven.
Primo Levi overleefde het kamp door stom toeval en dat gegeven komt in zijn werk sterk aan bod. Auschwitz was gemaakt om er te sterven en enkel toeval maakte dat een miniem aantal mensen de gruwel overleefden. Bij Primo Levi kwam dat omdat hij in januari 1945 besmet raakt en wordt opgenomen in de ziekenboeg van het concentratiekamp. Zo ontsnapt hij aan de ‘dodenmarsen’, de massale deportatie van gevangenen naar centraal Duitsland waarbij de meeste gevangenen van uitputting en ontbering sterven. Van de 800 overlevenden in de ziekenboeg zullen er na de bevrijding van het bijkamp Monowitz-Buna nog eens 700 van honger en ontbering sterven.
Het boek had niet meteen impact. Menigeen vond het ‘te vroeg’ voor dergelijke getuigenis. Het verscheen aanvankelijk op 2500 exemplaren bij een kleine Turijnse uitgeverij en de verkoop oversteeg de 1500 stuks niet. Pas nadat Levi een contract tekent bij een grotere uitgeverij (Einaudi) volgen de impact en de vertalingen.
Hoewel het boek vaak tot de literaire meesterwerken wordt gerekend – en terecht – wordt de lezer gegrepen tussen de gruwelijkheden die beschreven worden en de serene, sobere stijl waarin de auteur zijn relaas vertelt. Levi verwees hiervoor naar zijn opleiding als chemicus. Naar eigen zeggen hanteerde hij het model van de beknopte, heldere weekrapporten die men in bedrijven aan de oversten moest voorleggen (Levi schreef overwegend ’s avonds en ’s nachts en werkte overdag in een verffabriek. Pas op latere leeftijd wijdde hij zich volledig aan het schrijven.)
De titel ‘Is dit een mens’, zonder vraagteken, deed doorheen de jaren veel inkt vloeien. Primo Levi verwees hiermee naar wat men in Auschwitz de “Muselmann” genoemd werd, iemand die door honger en ontbering zo was uitgeteerd dat hij wel een levende dode leek, compleet apathisch, ‘ontmenselijkt’. Hiermee schuift Primo Levi de kwestie van menselijkheid en onmenselijkheid naar voor.
Waarom we vandaag Primo Levi moeten lezen en laten lezen, legde hij zelf uit: “‘Veel mensen, en volken, zijn min of meer bewust de mening toegedaan dat “elke vreemdeling een vijand is”. Meestal ligt die overtuiging ergens diep weggestopt, als een sluimerend virus; ze komt alleen in losse, toevallige reacties tot uiting en leidt niet tot een samenhangend gedachtesysteem. Maar als dat wel gebeurt, als het onuitgesproken dogma het uitgangspunt van een sluitende redenering wordt, dan staat aan het eind van de keten het Lager. Het Lager is het product van een met uiterste consequentie in praktijk gebrachte wereldbeschouwing; zolang die wereldbeschouwing bestaat, dreigen ons de consequenties. De geschiedenis van de vernietigingskampen behoort door ieder mens begrepen te worden als een sinister alarmsignaal.”
De kampervaring liet Primo Levi nooit meer los. Hij kampte met depressies. Ook hij bleef, zelfs als overlever, een prijs betalen. Na zijn dood rees de vraag of het niet om een zelfmoord ging. Een andere Holocaust-overlever, de Nobelprijswinnaar Elie Wiesel, schreef in zijn eerbetoon voor Levi: “Primo Levi stierf in Auschwitz veertig jaar later”.
Laat ons Primo Levi en zijn oeuvre, rijker en uitgebreider dan zijn eerste boek, lezen en inzetten wanneer we geconfronteerd worden met mensen die, ontevreden over coronamaatregelen, de gele ster bovenhalen of andere compleet misplaatste historische vergelijkingen maken met de jodenvervolging. Maar ook wanneer we opnieuw geconfronteerd worden met zij voor wie “elke vreemdeling een vijand” is.