Na de opluchting van zondagavond, toen zittend president Emmanuel Macron in de strijd om het Franse presidentschap de extreemrechtse challenger Marine Le Pen versloeg, is het uitkijken naar de volgende electorale afspraak. Die vindt plaats op 12 en 19 juni, wanneer de Franse kiezer een nieuw parlement moet samenstellen. In dit stukje concentreren we ons op wat ter uiterst rechterzijde kan gebeuren nadat Le Pen een historisch hoge score behaalde… maar niet wist te winnen.
Steeds meer
Extreemrechts komt electoraal steeds meer opzetten. In 2002, het jaar dat extreemrechts voor het eerst de tweede ronde bereikte, strandde Jean-Marie Le Pen op 17,79 percent (5.525.032 stemmen). In 2007 werd de twee ronde niet bereikt. Vader Le Pen behaalde in de eerste ronde 10,44 percent (3.834.530 stemmen). In 2012 eindigde Marine Le Pen derde in de eerste ronde met 17,90 percent (6.421.426 stemmen). In 2012 bereikte Marine Le Pen wel de tweede ronde waar ze het met 33,9 percent (7.678.491 stemmen) tegen Emmanuel Macron moest afleggen. Dat record werd afgelopen zondag gebroken. In de tweede ronde behaalde extreemrechts 41,46 percent (13.297.760 stemmen).
Afspraak in juni
Vooreerst. Om vanuit je kiesdistrict in de Assemblée Nationale verkozen te geraken, moet je 50 percent van de stemmen achter je naam krijgen (als tenminste 25 percent van de kiezers komen stemmen). Als dat gebeurt, is een tweede ronde overbodig. Is dat niet het geval, dan volgt er een week later een eindduel waaraan alle kandidaten die meer dan 12,5 percent behaalden mogen deelnemen. Wie dan het best scoort, gaat naar de Assemblée Nationale als enige verkozene van het district. Het spreek voor zich dat dit meerderheidsstelsel per kiesdistrict er de verschillende strekkingen moet toe aanzetten goed te rekenen, verdeeldheid te vermijden, allianties te smeden. Dat is zeker het geval voor links maar ook ter uiterst rechterzijde is deze kwestie nu gesteld.
Gesterkt door haar uitslag wenst de 53-jarige Marine Le Pen op haar elan door te gaan. In haar populistische retoriek ziet ze zich als leidster van “het volksblok” tegen “het eliteblok” van La République en Marche, de beweging van Emmanuel Macron. Haar vijandigheid tegenover de Europese instellingen en haar islamofobe variant van racisme combineert ze met sociale demagogie over de koopkracht van arbeiders en bedienden.
Haar troef is niet alleen dat ze een grote electorale achterban wist te mobiliseren, ook met het oog op de parlementsverkiezingen. Hiermee verbonden is haar tweede asset dat ze aanzienlijk genormaliseerd werd in de media. Quasi ontelbaar zijn de bijdragen en debatten over de vraag of het Rassemblement National of Marine Le Pen “nog wel extreemrechts” zijn? Uiteraard springen een paar Nederlandse en Vlaamse media mee in deze normaliseringsdans, mee gestuwd door het feit dat die andere extreemrechtse kandidaat, Eric Zemmour, nog ranziger uithaalde dan Le Pen.
Kritische geluiden
Het neemt niet weg dat er binnen het Franse extreemrechtse kamp ook kritische geluiden opstijgen. Eén daarvan komt van Robert Ménard, de burgemeester van Béziers over wie Het Observatorium al berichtte in onze bijdrage over de antisociale beleidsmaatregelen in de steden en gemeenten waar Frans extreemrechts aan de macht is. Ménard uitte zijn diepe teleurstelling over het resultaat van Le Pen en pleitte voor een vernieuwing van het kaderpersoneel dat volgens hem gefaald heeft. Er moet “ter rechterzijde iets anders komen met andere mensen”, aldus Ménard.
Dat Ménard binnen Frans extreemrechts een gezaghebbende stem is, mag menigeen die een aantal jaren niet heeft opgelet verbazen. Deze voormalige journalist was ook uitgever. Met zijn vrouw stichtte hij de uitgeverij Mordicus. Maar Ménard is vooral bekend als medestichter van de in 1985 opgerichte niet-gouvernementele organisatie Réporters Sans Frontières, die opkomt voor persvrijheid en bescherming van het bronnengeheim. In 2005 ontving de RSF, dat vandaag in een vijftiental landen actief is, de Sacharov-mensenrechtenprijs van het Europese Parlement.
In zijn jonge jaren is Ménard lid van de trotskistische Ligue Communiste Révolutionnaire, daarna van de Franse socialistische partij. Van links evolueerde Ménard naar extreemrechts. In 2014 werd hij gesteund door het Front National burgemeester van het 78.000 inwoners tellende Béziers in het departement van de Hérault (Languedoc). In 2020 wordt hij herkozen.
Ménard neemt stelling in voor de doodstraf, voor het gebruik van foltering in bepaalde gevallen, keert zich tegen het homohuwelijk en in het spoor van de omvolkingscomplottist Renaud Camus noemt hij de islam een “monstruositeit”. In de Syrië-oorlog steekt hij zijn sympathie voor het regime van Bachar el-Assad niet onder stoelen of banken.
Ook de in de eerste ronde verslagen extreemrechtse Eric Zemmour uitte kritiek op Le Pen en meent dat vervanging de beste optie is. De in ons land door Mia Doornaert en anderen aanvankelijk platgenormaliseerde racist en seksist en benadrukte dat het de achtste keer is dat de naam Le Pen met een nederlaag verbonden wordt.
Vlaamse normaliseringsbrigade
Toeval of niet was dat even later exact dezelfde boodschap weerklonk… in Vlaanderen. Trends-journalist Alain Mouton tweette krek hetzelfde als Zemmour.
Mouton, notoir Vlaams-nationalist, weet wat extreemrechts is. Hij behoorde zelf tot de stichtende leden van het Studiecentrum Joris Van Severen, de dandy die in België in het interbellum met zijn Verbond van Dietse Solidaristen (Verdinaso) een eigen variant van het fascisme wilde stichten. Of hij ook wat van Frankrijk afweet? Samen met Joost Houtman, woordvoerder van de Antwerpse N-VA-schepen Annick De Ridder, publiceerde Mouton onlangs ‘Et alors? Waarom de Fransen zo Frans zijn’. Een anekdotenboekje voor rechts vermaak. Op die manier proberen beide auteurs zich tot Frankrijkkenner op te tillen. Houtman deed dat eerder al even lichtvoetig, maar dan over Italië, samen met de ranzige extreemrechtse twitteraar Philip Roose. Beide boekjes werden overigens uitgegeven door een goede bekende van deze heren, Karl Drabbe, het ene bij Vrijdag, nu bij diens eigen uitgeverij Ertsberg. Afijn, Mouton, dus. Een “Frankrijkkenner” van het kaliber van Mia Doornaert die nu al maandenlang over dat land communiceert maar op geen enkele wijze een probleem heeft met de gigantische impact van extreemrechts. Tijd dat deze Vlaamse normaliseringsbrigade van extreemrechts eens in kaart wordt gebracht. In dat geval zullen we het moeten hebben over de Vlaams-nationalistische economische ambities en elitaire kringen, de Marnix-kringen, Pro Flandria en de “samen een meerderheid”-gedachte voor een Vlaamse regering van N-VA met extreemrechts. Maar dat voor later.
Je t’aime moi non plus
Nu terug naar hun Franse vrienden. Achter Zemmour staat nadrukkelijk Marion Maréchal, kleindochter van Jean-Marie Le Pen, die het FN inruilde voor een aantal eigen projecten en in deze presidentsverkiezingen partij koos voor Zemmour.
In 2017 stichtte de Maréchal het Institut des sciences sociales, économiques et politiques (ISSEP), een private hogeschool gevestigd in Lyon. De nepschool telde slechts 15 leerlingen maar werd wel erkend. Vandaag broedt Maréchal op de lancering van een denktank. Intussen heeft ze ook haar internationaal netwerk uitgebreid. In 2018 was ze samen met Nigel Farage de enige Europese spreker op het CPAC (Conservative Political Action Conference), de jaarlijkse conventie van de harde conservatieven in de VS. Zoals velen van deze figuren leidden haar wegen uiteraard ook naar de Hongaar Viktor Orbán.
Vandaag is de dame die het jongste Franse parlementslid ooit was ondervoorzitter van Reconquête, de beweging rond de kandidatuur van Zemmour. Het ziet er naar uit dat deze Marion Maréchal binnen korte tijd nadrukkelijk uit de slipstream van Zemmour zal treden om het absolute leiderschap van Franse extreemrechts over te nemen. Lang zal dat overigens niet duren. Franse media berichten over de rivaliteit tussen beiden en beschouwen de “steun” van Maréchal aan Zemmour als een tactische keuze. In deze Je t’aime moi non plus-verhouding lijkt de jonge Maréchal over de betere troeven te beschikken, hoewel Zemmour natuurlijk ook een graag geziene gast is in bepaalde Franse elitekringen.
Inzet is de reorganisatie en hereniging van “rechts”. Onder “rechts” dient verstaan te worden “l’extrème droite” en “la droite extrème” op de ruïnes van de dubbele nederlagen van Marine Le Pen, Eric Zemmour en ook die van Valérie Pécresse van Les Républicains. “Samen een meerderheid”, quoi.
Nog even en een aantal Vlaamse Frankrijkkenners hebben weer iemand om voor te supporteren?
Afbeelding: Twitter