Herhalen en herhalingen. Ze lijken in te gaan tegen de tijdgeest van de permanente vernieuwing. Maar herhalingen werken. De herhalingsoefeningen in het onderwijs, de Dovy-spotjes op tv, de terugkerende rituelen in ons dagelijks leven, de blijvende waarschuwingen tijdens de coronatijden om afstand te houden. Al die herhalingen geven een patroon van betekenissen aan ons gedrag en opvattingen. En zo worden ze gemeengoed. Ten goede of ten kwade.
Iemand die dat aan den lijve ondervond, was de Duitse taalkundige Victor Klemperer (1881-1960). In Het bittere einde, een dagboek dat hij bijhield tussen 1933 en 1945, beschrijft hij angstwekkend nauwkeurig hoe de nazi’s op systematische wijze zijn werk, huis, eer, familie en vrienden afnamen. Veel van zijn dagboeknotities eindigden met een kattenbelletje waarin hij opmerkingen formuleerde over de dominante taal in Duitsland.
Taal is immers niet alleen een communicatiemiddel. “Ze dicht mij, stuurt ook mijn gevoel en mijn psychische wezen, naarmate ik me vanzelfsprekender en onbewuster aan haar overgeef”, schreef Klemperer. En die overgave kwam er in Duitsland, de taal van de nazi’s werd de taal van veel mensen. In die taal toonde zich de meester, de Führer.
Onkruid
Voor Klemperer was het belangrijk te beseffen dat “de grootste invloed niet uitging van toespraken, aanplakbiljetten of vlaggen, van niets dat men met bewust denken of bewust voelen in zich moest nemen. Het nazisme stroomde in het vlees en het bloed van de massa via de afzonderlijke woorden, de zinswendingen, de zinsvormen; het drong zich op door miljoenen herhalingen, die automatisch, onbewust werden overgenomen”. Via de taal en de techniek van de permanente herhaling werden mensen eerst gecategoriseerd als louter een deel van een ‘problematische soort’ en vervolgens gedegradeerd tot een ding dat als onkruid vernietigd kan worden.
We leven niet in nazistische tijden, maar de actualiteitswaarde van Klemperers opmerkingen blijft ongemeen hoog. We kunnen maar beter waakzaam blijven, zonder al die woorden, begrippen, metaforen en frames die we dagelijks over ons heen krijgen, zomaar te aanvaarden, laat staan ze te herhalen.
Kortom, we moeten op onze woorden letten om onze democratische waarden te behouden en wel blijven herhalen dat haat, onverdraagzaamheid en racisme de gezondheid schaden en een kanker voor en in de samenleving zijn. Racisme is van alle tijden en alle dagen. Maar het kan niet als ‘alledaags’ of als ‘relatief’ beschouwd worden. Het abnormale normaliseren, is het banaliseren.
Herhalen
Niet vergeten, maar herhalen. De geschiedenis blijven omploegen om in het heden de juiste voren te trekken, om te vermijden dat de toegevoegde waarde van democratische grondbeginselen op de helling komt te staan.
Een paar jaar geleden vroegen historici als Herman Van Goethem, Bruno De Wever, Koen Aerts om van 8 mei (opnieuw!) een officiële herdenkingsdag te maken. In De Morgen van 2 april lanceerden heel wat middenveldorganisaties, verenigd in de ‘8 meicoalitie’, dezelfde oproep. Ik hoop dat nog meer organisaties, verenigingen, parlementaire fracties en regeringen deze oproep zullen steunen. Want de Tweede Wereldoorlog was, zoals Herman Van Goethem zei, “ook een conflict om de waarden waarvoor onze samenlevingen staan, en die we veel sterker moeten uitbouwen”.
Laten we dit blijven herhalen. Herhalen helpt. Herhalen om een (andere) herhaling te vermijden.
Jos Geysels is minister van Staat en ex-voorzitter van Agalev. Dit opiniestuk verscheen oorspronkelijk bij De Morgen.
Afbeelding: Wikimedia