extreemrechts

In een reeks over de normalisering van extreemrechts interviewt Het Observatorium experten en journalisten. Deze week geven we twee journalistieke monumenten het woord: Rik Van Cauwelaert en Walter Zinzen. Lees zeker ook het interview met redacteur Tom Cochez (Apache) en politiek filosoof Thomas Decreus.

Toen bij de parlementaire verkiezingen van 24 november 1991 het Vlaams Blok een kletterende overwinning behaalde met een nationale score waarvoor ze vandaag hun bed niet eens zouden uitkomen (6,6 %, wat hen 12 zetels in het parlement opleverde), ging er een schok door België. Hoe was het mogelijk dat zo veel mensen voor een racistische partij stemden? Daar moest iets aan gedaan worden! Politici spraken van een krachtig signaal van de burger, en voerden prompt het cordon sanitaire in, waarbij ze plechtig beloofden om het Vlaams Blok nooit toe te laten tot een coalitie. En ook de media, hoewel er nooit een afspraak op papier werd gezet, hanteerden een cordon médiatique. Extreemrechts zou nooit op een gelijkwaardige manier behandeld worden als een democratische partij. Dat zou nogal eens een dam opwerpen tegen deze haat spuiende en ranzige racisten.

Vandaag, 31 jaar later, hebben de media extreemrechts genormaliseerd, en behandelen ze het Vlaams Belang, onder het mom van pluralisme, als om het even welke andere partij. Volgens De Stemming, een peiling van De Standaard en VRT, wordt het bij de volgende verkiezingen de grootste partij. En intussen zetelen VB-mandatarissen in tal van raden van bestuur, om die van de VRT niet te noemen.

Niet dat het de schuld van de media is, maar ze dragen wel een verantwoordelijkheid. De komende weken leggen we ons oor te luisteren bij enkele (ex-)journalisten die de opkomst van extreemrechts van nabij volgen, of gevolgd hebben, en vragen hen naar oorzaak en gevolg van het normaliseren van extreemrechts in de media.

Vandaag: Walter Zinzen, voormalig VRT-journalist, en Rik Van Cauwelaert, voormalig hoofdredacteur en directeur van Knack, en huidig columnist bij De Tijd. In verkiezingstijd geeft dit duo ook dagelijks commentaar op de politieke gebeurtenissen bij Ivan De Vadder.

Geen nuance meer in woordgebruik

Zijn jullie het ermee eens dat extreemrechts genormaliseerd is?

Rik Van Cauwelaert: “Het valt in ieder geval op dat het extreemrechtse discours in andere vormen wordt overgenomen. Het beste voorbeeld daarvan is onlangs Conner Rousseau geweest met zijn opmerking over Molenbeek. Of Lieven Verstraete die de term ‘omvolking’ net niet gebruikt. Hij had de vraag aan Nadia Naji anders kunnen formuleren, maar nu gebruikt hij de terminologie van extreemrechts.

Je ziet dat ook in andere Europese landen. Zemmour in Frankrijk die heel het taalgebruik van extreemrechts overneemt. Dat was voor de media blijkbaar aanvaardbaarder, want hij werd elke avond opgevoerd. Of de snelle opgang van Thierry Baudet in Nederland. In het begin viel er wel iets over zijn ideeën over de souvereiniteitsgedachte binnen Europa te zeggen (waarover hij het boek Pro Europa dus tegen de EU schreef; red.). Je hoeft niet extreemrechts te zijn om daar over te kunnen nadenken. Maar plots kwam daar een heel andere manier van spreken bij. En zo geraakte dat quasi onopvallend in de conversatie.

Het is niet zo dat Filip Dewinter nu plots aanvaardbaarder geworden is, het discours heeft zich verspreid over andere partijen.”

Hebben de media daar een verantwoordelijkheid in?

Van Cauwelaert: “Ik weet niet of het meteen een grote verantwoordelijkheid is, maar ze hebben er niet op gelet. Ze zijn er ondoordacht mee omgegaan. Bij ons had je ook mensen die krasse uitspraken deden. Toen Louis Tobback minister van Binnenlandse Zaken was, had hij het over meeuwen en een stort (citaat uit een interview met Humo in 1991: ‘Asielzoekers die hier als meeuwen op een stort komen zitten omdat dat makkelijker is dan thuis te vissen of de grond te verbouwen, dienen systematisch te worden uitgewezen.’; red.). Mocht Dewinter dat gezegd hebben, het kot was te klein geweest. Maar het was Tobback die het zei. Ik wil hem daarvoor niet meteen verdenken van extreemrechtse gedachten, maar het woordgebruik telt. En dat is gevaarlijk. Er is geen nuance meer in de woorden die men gebruikt. Het taalgebruik verschrompelt. En dat verergert alleen maar met de sociale media.”

Walter Zinzen: “Los daarvan is er bij onze media wel degelijk een normalisering opgetreden. Na Zwarte Zondag in ‘91 werd het Vlaams Blok als racistisch bestempeld en zei de nota van de BRT dat we die partij niet mochten behandelen als alle andere. Vandaag geldt dat niet meer en wordt het Vlaams Belang wel behandeld als een partij als alle andere. Ook in de discussie over het cordon sanitaire is er een normalisering opgetreden. Ze vinden dat cordon ondemocratisch, en men vergelijkt dat dan met de Partij van de Arbeid. Als de ene extremistische partij een cordon krijgt, dan moet de andere dat ook krijgen. Terwijl men daarbij vergeet op te merken dat de enige reden voor dat cordon het racisme van die partij was. Het gaat niet over het separatisme, het gaat niet over communautaire kwesties, want dat zijn keuzes die je in een democratie moet kunnen maken. Racisme hoort daar niet bij.”

Journalistieke voorzichtigheid is verzwakt

Zinzen: “Enerzijds is er tegenwoordig een grotere gevoeligheid voor racisme en seksisme. Kijk maar naar wat er onlangs weer aan de universiteit van Antwerpen is gebeurd (een professor en haar assistente hadden zich racistisch uitgelaten over bepaalde studenten terwijl dat werd opgenomen en op sociale media verspreid werd; red.). Dat is nieuw. Maar tegelijkertijd wordt het Belang gebanaliseerd. Vooral op de VRT. Als Gerolf Annemans en Tom Van Grieken als commentatoren worden gevraagd in De Afspraak en Ter Zake om hun indrukken weer te geven over wat er gebeurt in de Verenigde Staten, of elders, dan denk ik: ‘Hoe zijn we zover gekomen?’.  En wie bedenkt het in godsnaam om MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez te vragen om te komen debatteren met Tom Van Grieken? (gooit de handen in de lucht) Wie bedenkt dat?

De journalistieke voorzichtigheid die er moet zijn tegenover extreemrechts is niet verdwenen, ze is verzwakt. ‘Annemans is toch een goede prater? En een aangename man in de omgang?’ Dat zal allemaal wel zo zijn, maar ik vind dat toch beangstigend. Er is geen verweer meer tegen extreemrechts, men aanvaardt dat het er is. Dus moet men erover berichten. Je kunt ze bovendien niet aan de kant laten staan, want ze vertegenwoordigen een kwart van de kiezers. Zo wordt er gedacht.”

Eerste Zwarte Zondag

Even terug naar de eerste Zwarte Zondag. Mijnheer Van Cauwelaert, u werkte toen voor Knack. Hoe ging u daarmee om?

Van Cauwelaert: “Frans Verleyen was toen de baas, en ik deed onder meer de politieke verslaggeving. Het was niet zo dat er een cordon werd afgekondigd, maar wij praatten niet met het Vlaams Blok. Tijdens die eerste Zwarte Zondag vertegenwoordigden zij in Vlaanderen nog maar 10 procent. Het was dus niet zo dat die partij woog op de politiek.

Maar als wij iets geconfirmeerd moesten zien, belden wij wel eens iemand van hen. Meestal was dat Gerolf Annemans, omdat hij de meest beschaafde was.

Interviews zijn er pas gekomen nadat ze in Antwerpen plots bijna 30 procent behaalden, wat in de stad toch een hele commotie veroorzaakte. Je voelde dat daar een heuse aardverschuiving aan de gang was.”

Zwarte Zondag voor u, mijnheer Zinzen? U maakte toen deel uit van de Panoramaredactie.

Zinzen: “Daar was de ontzetting heel groot. Elke maandag op de redactievergadering regende het voorstellen om iets tegen extreemrechts te doen. Niet in de eerste plaats door kritische programma’s over het Blok te maken, maar door positieve uitzendingen over, wat toen nog gastarbeiders waren, te maken. De onderliggende boodschap was dat het Blok met hun racistische praat volledig fout was. Wij wilden laten zien wat die mensen allemaal deden, wat hun problemen waren, en hoe slecht ze behandeld werden. We spraken toen al met Marokkaanse jongeren die tien keer op een avond door dezelfde politieagent werden gepest. Die agenten waren geen Blokkers, hè. Zeker niet in Brussel.

Maar extreemrechts bleef groeien, Bert De Graeve werd gedelegeerd bestuurder van de BRTN, en de politisering viel weg. Jos Bouveroux, de hoofdredacteur van de radio toen, heeft dan die nota opgesteld waarin stond dat het Vlaams Blok geen partij is als een andere. En dat wordt nu door de VRT-journalisten als belachelijk en onnozel beschouwd.”

Hoe komt dat? Is dat een gebrek aan kennis over wat die partij inhoudt?

Van Cauwelaert: “Dat denk ik niet. Ze weten maar al te goed wat die partij inhoudt. Maar de aanslagen hier, en vooral die op Charlie Hebdo in Frankrijk, hebben voor een keerpunt gezorgd. Die hadden een psychologisch effect dat je niet mag onderschatten, zeker bij de pers. Ze hebben ervoor gezorgd dat het extreemrechtse gedachtegoed breed is doorgebroken.”

Zinzen: “Het eigenaardige is dat de extreemrechtse moord- en schietpartijen in Noorwegen, Nieuw-Zeeland en elders, geen effect hebben gehad. Extreemrechts werd er niet minder populair door. Integendeel.”

Pano

De journalistiek heeft geprobeerd om Vlaams Belang te ontmaskeren. De Pano-reportage over Schild & Vrienden is daar een voorbeeld van, maar heeft niet geholpen. Ontmaskeren helpt niet.

Zinzen: “Nee.”

Van Cauwelaert: “Maar dat wil niet zeggen dat je het niet moet blijven proberen. Je moet zaken die fout zijn blijven aankaarten, je moet er blijven op wijzen als iemand leugens verkoopt.”

Gebeurt dat wel op de VRT?

Van Cauwelaert: “Ik ken de interne situatie te weinig om daarop te antwoorden. Er is natuurlijk de invloed van de sociale media. Als je een fikse quote van een Tom Van Grieken op de openingspagina van de website zet, genereer je veel clicks.

Maar ik maakte me toch enkele bedenkingen bij die Pano-reportage. Ik zag die Dries Van Langenhove daar staan in zijn shortje, en hoorde de praat die hij uitslaat, en vroeg me af of aan zo’n figuur een Pano-uitzending gewijd moest worden. Die vent heeft niets te vertellen. Het zijn niet meer dan een paar kreetjes die daaruit komen. En die gasten die op hun gympies achter hem lopen, hebben ook niets te vertellen. Dat zij onderling allerlei schunnige praat liggen uit te braken over Marokkanen en buitenlanders, tja. Ik denk dat je in de kleedkamers van voetbalclubs wel andere dingen hoort.

Dus vroeg ik mij af: ‘Zetten we deze gast nu niet in de etalage?’. Dat is precies wat er gebeurd is.”

Zinzen: “De VRT heeft duidelijk inspanningen gedaan om het journalistiek personeel te diversifiëren. Al die mensen zijn wel allemaal blank, maar ze komen toch uit vreemde landen (lacht schamper). Er heerst een heel grote gevoeligheid voor die mensen. Kleine foutjes die ze maken, worden met de mantel der liefde bedekt. Maar diezelfde journalisten hebben zelf, althans niet in hun uitzendingen, geen oog voor de samenlevingsproblemen zoals ze zijn. Dat is een paradox.”

Geen ernstige journalistiek

Journalisten staan onder immense tijdsdruk tegenwoordig, en kunnen zich niet behoorlijk meer verdiepen in een onderwerp. Kan dat een reden zijn voor de normalisering?

Van Cauwelaert: “Dat is een flauw excuus dat ik niet aanvaard. Zelfs al sta je onder tijdsdruk, je verhaal met altijd kloppen. Een goede journalist heeft zijn bronnen gecheckt, en anders zet hij zijn stuk niet op het net.”

Maar die tijdsdruk brengt toch ook met zich mee dat er geen tijd is om moeilijke, complexe verhalen te brengen, laat staan verbanden te zoeken tussen Tom Van Grieken en ex-collaborateurs en neonazi’s? Het is gemakkelijker, en levert meer clicks op, om te schrijven dat Tom Van Grieken voor de tweede keer vader wordt.

Van Cauwelaert: “Ja, daar ligt natuurlijk een grote verantwoordelijkheid bij de hoofdredacteurs die toch wel het laatste woord hebben op een redactie. Of daar zijn ze toch voor aangesteld. Waarom moet het zo nodig in de krant staan als Tom Van Grieken vader wordt? Er wordt steeds gezegd dat het privéleven van mensen ons niet aangaat. Waar is dan de relevantie?

Ooit stond er op de openingspagina van De Standaard dat Herman Brusselmans een nieuwe vriendin had. Op die manier creëer je een sfeer waarbij het kind van Tom Van Grieken belang heeft. Dat is geen ernstige journalistiek meer. Sterker nog: dat gaat zich tegen de journalistiek als métier keren. Het is daarom geen toeval dat nieuwssites als Apache, en zelfs Doorbraak, een stijgend succes kennen. Mensen vinden daar nog achtergrond, elk binnen hun eigen belangstellingssfeer, die ze in de kranten niet meer vinden.”

Te weinig controle op de waarheid

Zinzen: “Die aandacht voor volstrekt irrelevant nieuws is inderdaad een gevolg van de commercialisering. En je ziet dat helaas ook op onze geliefde VRT gebeuren. Als alle aandacht naar faits divers gaat, kan er in het journaal geen zendtijd besteed worden aan extreemrechts. Of aan andere gewichtige dingen.

Een van de vorige hoofdredacteurs heeft eens gezegd: ‘We moeten niet alleen spreken over wat belangrijk is, maar ook over wat belangwekkend is.’ Als je dat doet, loop je VTM achterna, en ben je geen openbare omroep meer.

De VRT moet een baken van betrouwbare informatie zijn. Dat gaat breder dan extreemrechts, het gaat ook over fake news, en onwaarheden die circuleren.

Ik geef toe dat het een moeilijke evenwichtsoefening is, omdat ze altijd bang zijn dat als het te zwaar op de hand en te complex wordt, de kijkers zullen verdwijnen. Maar de manier waarop ze het vandaag oplossen vind ik niet de juiste.

Het controleren op de waarheid gebeurt naar mijn gevoel te weinig. In een live interview kun je dat trouwens al helemaal niet. Daarom wou ik ook nooit live spreken met politici van het Vlaams Belang. Je kunt zulke interviews doen en opnemen, zodat je kunt checken of wat ze zeggen ook juist is. Filip Dewinter was er een meester in om met de meest fantastische cijfers te komen aandraven die achteraf gewoon fout bleken te zijn. Die cijfers op zich waren niet racistisch, maar het paste wel in zijn racistische kraam.

Nu laat men politici maar spreken en toeteren. Er is die mevrouw van het Vlaams Belang die in het Vlaams Parlement een tussenkomst deed met betrekking tot de crèches. Waarom werd dat in beeld gebracht? Wat is de deskundigheid van die mevrouw? Welke expertise heeft zij? Nul! Maar ze heeft wel zendtijd en aandacht gekregen. Dat vind ik een groot manco.”

Van Cauwelaert: “Wat mij stoort, is dat de politiek eisen stelt aan de openbare omroep, die erop wijzen dat ze er een commerciële zender van willen maken. Een duidingsprogramma dat op hetzelfde uur als The Masked Singer wordt uitgezonden, maar minder kijkcijfers heeft, is daarom niet irrelevant. Momenteel laat de VRT zich meesleuren in een commercieel opbod om bijvoorbeeld schermgezichten op een buitenissige manier te betalen. Entertainment staat niet in de weg van de informatieopdracht, maar de politiek moet ervoor zorgen dat de VRT de betrouwbaarste nieuwsbron is die er is. En ze moeten daarvoor ook de middelen geven.”

Zinzen: “En dat willen ze niet, omdat een deel van de politiek de commerciële zender steunt. De relaties met Christian Van Thillo (grote baas van DPG Media; red.) spreken wat dat betreft boekdelen.”

Wil je geen enkel artikel over extreemrechts missen? Abonneer je op onze wekelijkse nieuwsbrief.