Afgelopen woensdag nodigde het VRT-programma De Afspraak de heer Kenneth Lasoen uit om duiding te geven bij het gerechtelijk onderzoek naar extreemrechts terrorisme. Hij wordt er aangekondigd als iemand die “zowat alles over de inlichtingendiensten weet” en die “een paar lijntjes heeft met de inlichtingendiensten”. Op zijn Instagram-profiel omschrijft Kenneth Lasoen zichzelf als “Clingendael Security Expert” en “Docent inlichtingen- en veiligheidsstudies UAntwerp”.
Specifiek over de dreiging van extreemrechts stelt Lasoen dat we “de proporties niet hoeven op te blazen”, want dat de “diegenen die echt wel potentieel gevaarlijk zijn langs rechts toch een klein aantal zijn”. Hij minimaliseert de extreemrechtse terreurdreiging nog meer door een vergelijking met het islamitisch extremisme en het links extremisme te maken. “Om het in proportie te stellen: het is niets vergeleken met het aantal moslimextremisten in ons land die potentieel gevaarlijk zijn, of zelfs het aantal linkse extremisten in ons land die potentieel gevaarlijk zijn.”
In De Afspraak stelt Kenneth Lasoen dus letterlijk dat de extreemrechtse terreurdreiging in ons land “niets” is in vergelijking met de extreemlinkse terreurdreiging. Het Observatorium vraagt zich af op welke feitelijke gegevens Kenneth Lasoen zich voor deze opvallende stelling baseert. Meer zelfs. Op basis van onze factcheck is zijn uitspraak ronduit fout. Alle gekende cijfers spreken zijn stelling tegen.
OCAD-jaarverslag 2021
Afgelopen 8 augustus verpreidde het OCAD – de overheidsdienst die de terreurdreiging opvolgt – een persbericht over haar jaarrapport 2021. Op basis van de analyse van 218 concrete terreurdreigingen komen ze tot een andere bevinding dan de heer Kenneth Lasoen. “Voor een significant aantal meldingen die het OCAD ontving, is de ideologische dimensie van de dreiging niet gekend of onduidelijk. Eén derde van de meldingen komt uit de hoek van een jihadistische ideologie. Iets meer dan een tiende van de meldingen houdt verband met rechts-extremisme. […] De dreiging op het vlak van links-extremisme bleef beperkt.”
Op bladzijde 22 van het eigenlijke OCAD-jaarrapport wordt het nog duidelijker gesteld. Over de extreemrechtse terreurdreiging schrijft het OCAD: “Rechts-extremisme is in opmars. Binnen en buiten Europa zijn er al meerdere aanslagen met een rechts-extremistische signatuur geweest. De toegenomen activiteit en actiebereidheid van rechts-extremisten, zowel online als offline, verhoogt ook in ons land het potentiële gevaar dat uitgaat van rechts-extremistische narratieven.”
Over extreemlinkse of anarchistische terreurdreiging schrijft het OCAD: “De links-extremistische/anarchistische beweging in België is de voorbije jaren vrij rustig geweest, maar door de COVID-19 pandemie is ook deze situatie enigszins opnieuw veranderd. […] Het is echter voorbarig om van een heroplevende trend te spreken. De dreiging uit Belgische links-extremistische hoek blijft voorlopig eerder beperkt. Na een verdere rondvraag over de cijfers die OCAD uitbracht noemde de VRT de dreiging uit extreemlinkse hoek zelfs “erg beperkt”.
Parlementair antwoord Justitieminister Vincent Van Quickenborne
Op 16 november 2020 gaf Justitieminister Vincent Van Quickenborne in een antwoord op parlementaire vraag over de terreurdreiging meer concrete details over de extreemrechtse dreiging. “Er staan momenteel 67 potentieel gewelddadige extremisten (PGE) in de gemeenschappelijke gegevensbank (GGB); 19 van hen komen uit de rechts-extremische scene. Een andere categorie uit de GGB die ook namen bevat van rechts-extremisten, is die van de haatpropagandisten. Daarin staan momenteel 81 individuen, waarvan er 29 een rechts-extremistisch cachet hebben.”
Met andere woorden: bijna 30% van de potentieel gewelddadige extremisten zijn zeer concreet aan extreemrechtse middens toe te wijzen. Als het over extreemrechtse haatpropagandisten gaat stijgt dit cijfers zelfs naar meer dan 35%.
Artikel nieuwssite Apache
Op 20 mei 2021 publiceert nieuwssite Apache een artikel naar aanleiding van de incidenten met de extreemrechtse militair Jürgen Conings. In het artikel worden de cijfers van de gemeenschappelijke gegevensbank in het kader van het Actieplan Radicalisme aangehaald. “Volgens de jongste cijfers van het OCAD zitten 706 personen in de gegevensbank. De grote meerderheid bestaat uit jihadisten (645). Daarnaast worden 48 personen opgevolgd voor extreemrechts gedachtegoed en dertien voor extreemlinkse ideeën.” In procenten uitgedrukt gaat het om 6,79% rechtsextremisten en 1,84% linksextremisten.
Actieplan van de Vlaamse Regering
Op 21 mei 2021 keurde de Vlaamse Regering het nieuwe actieplan ter preventie van gewelddadige radicalisering, extremisme, terrorisme en polarisatie goed. De tweede bladzijde van het actieplan geeft een overzicht van de verschillende vormen van terreurdreiging. Deze cijfers zijn gebaseerd op cijfers van het OCAD op 11 juni 2020. “Van de 79 haatpropagandisten die geregistreerd zijn in de Gemeenschappelijke Gegevensbank (GGB) hangen 49 personen (62%) een vorm van islamistisch extremisme aan, 22 (28%) hangen een rechts-extremistisch gedachtegoed aan en 8 (10%) komen uit de links-extremistische scene.”
Op zijn persoonlijke website vermeldt bevoegd Vlaams minister Bart Somers dezelfde cijfers. Wat de concrete maatregelen betreft, legt de minister de volgende klemtonen: “Met deze projecten pakken we alle vormen van extremisme aan, van religieus geïnspireerde radicalisering tot het oprukkende rechts-extremisme.“ (onderlijning HO)
Onderzoek Evelyne Teugels (UGent)
Na een uitgebreid onderzoek kwam ook Evelyne Teugels in haar thesis onder leiding van Prof. Dr. Antoinette Verhage (uGent) tot een andere conclusie dan Kenneth Lasoen: “Over het algemeen kan gezegd worden dat radicaal links er meestal een vredevolle aanpak op nahoudt. Enkel in de jaren 70 en 80 waren er enkelingen die tot zware terreur overgingen. Toch lijkt het gedaan met de dreiging van radicaal links, tenminste als we naar de trend van de laatste jaren kijken. Er kan dus besloten worden dat er vandaag de dag amper dreiging uitgaat van links radicalisme, hoewel het ooit anders is geweest.”
Transparante cijfers
Vanuit democratisch oogpunt lijkt het aangewezen dat de betreffende veiligheidsdiensten de cijfers over de soorten terreurdreigingen bekend maken. Zoals dat in Duitsland al vele jaren het geval is. Op die manier kunnen dergelijke foutieve uitspraken sneller opgespoord en rechtgezet worden.
Afbeelding: Flickr