Eerder berichtte Het Observatorium over de antiracistische en antifascistische acties van de Hamburgse voetbalclub FC. St. Pauli. Ook in en rond andere voetbalstadia bestrijden supporters het rechtsextremisme dat haar ideeën vaak via voetbalmiddens tracht te verspreiden. Onlangs was dat het geval bij het Zuid-Franse Olympique Marseille waar supporters met een gigantische tifo tegen fascisme en racisme (“No Fascism No Racism”) reageerden op aanhoudend racisme van Europees opponent SS Lazio Roma.
Het gebeurt helaas maar al te vaak dat vanuit de voetbaltribunes spelers racistisch worden bejegend. Een club met een bijzonder kwalijke reputatie ter zake is SS Lazio Roma, één van de twee topclubs uit de Italiaanse hoofdstad. Alleen al dit seizoen lopen er klachten – en gerechtelijk onderzoek – wegens racisme van Lazio-supporters tegen twee spelers van AC Milan en tegen een speler van Inter Milan.
Ook in het Europese treffen tegen Olympique Marseille vielen een Franse invaller apengeluiden te beurt. Marseille diende prompt een klacht in bij de UEFA die meteen ontvankelijk werd verklaard.
Bij Lazio Roma gaat het om veel meer dan een handjevol baladadige en racistisch geïnspireerde supporters. Het is systemisch en heeft ook met clubbeleid te maken. Vanuit de clubdirectie wordt geen aanstalten gemaakt om supporters die zich racistisch misdragen hard aan te pakken. Het omgekeerde is eerder waar en het levert Lazio de naam van ‘meest controversiële club’ van Italië op. Naast een lange geschiedenis van corruptieaffaires beschikt de club over een harde kern dat zich openlijk fascistisch gedraagt. Er worden regelmatig controversiële spandoeken opgehangen en fascistische marsliederen gezongen uit de tijd van dictator Benito Mussolini.
Omdat het bestuur geen komaf maakt met deze fascistische kern – de zogenaamde Irriducibili, de standvastigen – dient deze steeds meer als voorbeeld voor andere rechtsextremistische supporterskernen elders in Europa. Zo wordt gekoketteerd met de beginletters van de clubnaam, SS (wat in werkelijkheid staat voor Società Sportiva, sportvereniging).
Paolo Di Canio
Eén van de pseudo-helden van deze Irriducibile is de voormalige voetballer en clubicoon Paolo Di Canio, die in zijn jeugd deel uitmaakte van deze fascistische kern. Later speelde hij voor het eerste team van Lazio. Herhaaldelijk bracht hij vanop het terrein de fascistische groet naar zijn kompanen. Toen hij hiervoor veroordeeld en beboet werd, reageerde hij: “Ik ben een fascist en geen racist. Ik groette mijn supporters, die dezelfde ideeën hebben. Het heffen van mijn arm is niet om geweld uit te lokken of iemand te discrimineren.” In zijn autobiografie Di Canio doet hij uit de doeken dat hij een groot bewonderaar is van Benito Mussolini die hij “een principieel en ethisch individu” noemde die “totaal verkeerd begrepen” is geweest. Toen hij in 2016, na zijn actieve spelerscarrière, tv-analist werd, volgde niet snel daarna zijn ontslag omdat hij via een tatoe… alweer Mussolini verheerlijkte. Ook in Engeland waar Di Canio voetbalde en een tijdje coach was, moest hij opstappen omwille van zijn fascisme.
Voetbalfederaties moeten hun verantwoordelijkheid nemen in het bestrijden van racisme en rechtsextremisme in en rond de voetbalstadia. Ook clubbesturen mogen geen enkele twijfel toelaten over hoe ze tegenover deze discriminaties staan. En democratische en antifascistische supporters moeten – zoals het mooie voorbeeld van de tifo van Olympique Marseille – zelf actie ondernemen om racisten en rechtsextremisten de pas af te snijden.