Vandaag vinden in Portugal vervroegde parlementsverkiezingen plaats. Volgens de peilingen zou de extreemrechtse populistische partij Chega, onder leiding van André Ventura, de op twee na grootste partij van het land kunnen worden. Tot dan toe was Ventura de enige gekozen vertegenwoordiger van Chega in het parlement.
Chega, opgericht in 2019 door André Ventura – de huidige leider -, is een extreemrechtse, nationalistische en sociaal-conservatieve partij die pleit voor het verminderen van staatsinterventie in de economie en verlaging van de uitkeringen voor degenen “die niet willen werken en afhankelijk zijn van sociale uitkeringen”. Hij steunt levenslange gevangenisstraf voor moorden en chemische castratie voor kindermisbruikers. De partij is tegen abortus en euthanasie.
Chega wil jagen en stierenvechten erkennen als relevante traditionele activiteiten.
De partij, die zichzelf omschrijft als een groot voorstander van de westerse beschaving, positioneert zich fel tegen de islam en stelt strengere grenscontroles voor en een vermindering van “massale en illegale immigratie”. De partij is uitgesproken anti-ziganistisch, zigeuners zijn kop van jut. Tijdens de vorige verkiezingscampagne noemde Ventura de zigeuners “welvaartsverslaafden” en vond hij dat de zigeuners zichzelf “boven de wet” achten. Daarom wil de partij elke wet intrekken die tot doel heeft een minderheid te beschermen.
André Ventura de partijleider van Chega is van opleiding jurist en was voor hij verkozen werd een bekende sportcommentator. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2017 was hij kandidaat voor sociaaldemocratisch partij PSD. In 2019 richtte hij de extreemrechtse partij Chega op.
Bron: The Portugal News, Euronews en Eurotopics