Dinsdag overleed Shintaro Ishihara, een Japanse extreemrechtse politicus en schrijver die gouverneur van Tokio was van 1999 tot 2012. Als voormalig leider van de radicaal-rechtse ‘Japanse Restoratie Partij’ (Nippon Ishin no Kai) was hij een van de meest prominente nationalisten in de moderne Japanse politiek. Hij was berucht om zijn racistische opmerkingen, xenofobe opvattingen, vrouwonvriendelijke uitspraken en haat tegen Chinezen en Koreanen.
Ishihara, geboren in de havenstad Kobe in 1932 als een zoon van een scheepvaartdirecteur, verwierf op 23-jarige leeftijd bekendheid door het schrijven van “Season of the Sun”, een bekroonde roman over jongeren uit respectabele families die de groezelige geneugten van de onderwereld verkennen.
In het begin van de jaren zestig concentreerde hij zich op het schrijven, waaronder toneelstukken, romans en musicals. Hij leidde ook een theatergezelschap en vond tijd om de Noordpool te bezoeken, met zijn jacht The Contessa aan allerlei wedstrijden deel te nemen en op een motorfiets door Zuid-Amerika te trekken. Van 1966 tot 1967 deed hij verslag van de oorlog in Vietnam.
In 1989 schreef hij mee aan “The Japan That Can Say ‘No'”, waarin Tokio werd opgeroepen om niet langer het voorbeeld van Washington te volgen op het gebied van mondiale kwesties en een eigen koers te varen.
Ishihara wordt algemeen beschreven als een van de meest prominente extreemrechtse politici van Japan. Hij werd “Japan’s Le Pen” genoemd in een programma dat werd uitgezonden op het Australische ABC. Hij was aangesloten bij Nippon Kaigi, een uitersrechtse lobbygroep die volgens Japanse journalisten en het Amerikaans tijdschrift Jacobin linken heeft met het historisch Japans fascisme.
Bron: Japan Times, France 24 en Reuters
Foto: wikipedia