De meesten onder ons kennen Audrey Hepburn vooral als een wereldberoemde filmster en mode-icoon. Veel minder bekend is dat ze in België werd geboren en tijdens de oorlog een actieve rol in het verzet speelde.
Audrey Hepburn zag in 1929 het levenslicht in Elsene. Haar meisjesnaam was Audrey Kathleen van Heemstra Hepburn-Ruston. Haar moeder was de Nederlandse barones Ella van Heemstra. Haar vader de Britse zakenman Joseph Victor Anthony Ruston. Toen ze in 1935 met haar ouders naar Londen verhuisde, engageerden die zich in de British Union of Fascists (BUF) van Oswald Mosley. De moeder van Hepburn was redactrice voor het partijorgaan van de BUF, The Blackshirt. Later ontmoette ze zelfs Adolf Hitler, die ze als een positieve kracht voor verandering beschouwde. In 1939 liet de vader het gezin in de steek en verhuisden moeder en dochter naar Nederland.
De nazi-sympathieën van de moeder van Audrey Hepburn veranderden plotsklaps toen haar oom, graaf Otto von Limburg Stirum, door de nazi’s gevangen werd genomen en daarna vermoord.
Toen de oorlog uitbrak, zocht Audrey Hepburn haar toevlucht in klassieke dans. Een discipline die haar fascineerde, zelfvertrouwen bood en haar dagelijkse leven een schijn van normaliteit gaf. Daarnaast begon de tiener als vrijwilliger in een ziekenhuis te werken, die ook een schuilplaats voor het verzet was. Audrey gaf er geheime dansvoorstellingen om geld op te halen waarmee het verzet ondergedoken joden een schuilplaats kon geven. Dat was niet de enige gevaarlijke verzetsactiviteit van Hepburn. Ze verspreidde ook de officiële verzetskrant, de Oranjekrant, en bezorgde berichten en voedsel aan de geallieerden. De familie ging zelfs zo ver dat ze een gewonde Engelse soldaat in hun huis opvingen, ondanks het gevaar dat ze liepen bij een ontdekking.
In 1944 wordt Hepburn opgepakt tijdens een razzia door de Grüne Polizei om te gaan werken in de Duitse keukens, maar ze wist te ontsnappen en bracht een maand in de kelder van haar woning door. Hepburns halfbroer Ian Quarles van Ufford werd na een razzia eveneens opgepakt en in Berlijn in een werkkamp tewerkgesteld.
Na de bevrijding in 1945 maakt de familie een periode van zware hongersnood mee. Ook dat liet een diepe indruk op de nog jonge Audrey Hepburn na. Haar zoon Luca Dotti zegt het als volgt: “Als mijn moeder over zichzelf sprak, over wat het leven haar had geleerd, was Hollywood altijd een van de grote afwezigen. In plaats riep ze onuitspreekbare Nederlandse namen op, rode loperherinneringen werden vervangen door afleveringen van de Tweede Wereldoorlog die ze omvormde tot een verhaal voor kinderen”. De trauma’s beïnvloedden zelfs de filmrollen die ze later zou kiezen: “Ik vond mama’s films te lief, te romantisch en ik droomde ervan haar een Spectre-agent te zien spelen, met een plan om de wereld te vernietigen! Ze antwoordde altijd dat ze de verschrikkingen van dichtbij had gezien. De boosheid, het was niet haar ding’, legde hij uit aan Stéphane Bern op RTL. Van 1988 tot 1992, een jaar voor haar kankerdiagnose, zette ze zich in als ambassadeur voor UNICEF. Tot het einde toe gedreven door hetzelfde verlangen om te helpen. Naar eigen zeggen ging ze voor UNICEF werken uit dankbaarheid voor de noodhulp die ze aan het eind van de Tweede Wereldoorlog van de voorloper van deze VN-organisatie ontvangen had.
Sommigen betwisten de rol van Audrey Hepburn in het verzet omdat sporen in de archieven ontbreken. Daar moet bij gezegd worden dat velen in het verzet er na de oorlog alles aan deden om geen sporen na te laten en geen erkenningsdossiers indienden.
Bron: Vanity Fair, Wikipedia, NOS