“Mainstream partijen die naar rechts opschuiven houden nooit de opgang van extreemrechts tegen. Ze kunnen heel even de electorale opkomst van extreemrechts hinderen maar dit zal het globalere beleid van extreemrechts legitimeren en hun hegemonie doen toenemen. Zelfs al gaan de extreemrechtse wortels terug tot in het nazisme.”
Deze harde kritiek van politiek wetenschapper Aurelien Mondon (University of Bath) volgde op de eerste uitslagen van de Zweedse parlementsverkiezingen van afgelopen zondag. Het linkse en het rechtse blok waren er in een nek-aan-nek race gewikkeld. De grote winnaar van deze verkiezingen was de extreemrechtse Zwedendemocraten (Sverigedemokraterna) die de tweede grootste partij van het land wordt achter de sociaaldemocratische SAP. De SD ontstond midden jaren negentig uit neonazi-milieus en zoals Het Observatorium nog enkele dagen geleden berichtte laten deze roots zich nog regelmatig gelden.
Aanvankelijk werd de SD door de rest van de politieke partijen genegeerd. Daar kwam drie jaar geleden verandering in toen de liberale conservatieven van de Gematigde Uniepartij die ban doorbraken. Inmiddels klommen de Zweden-Democraten electoraal steeds hogerop. Aan The Guardian verklaarde Tobias Hübinette (universiteit van Karlstad) dat de SD zowat de grootste partij ter wereld moet zijn met wortels in het nazisme. Jimmie Akesson, sinds 2005 de leider van de SD, kraaide op zondagavond meteen victorie. Hij droomt al van regeringsdeelname en vindt, indien een meerderheid, daar in het zogenaamde rechtse blok dus ook partners voor.
In de hoop op electoraal succes namen vele partijen het extreemrechtse discours over. De link migratie-criminaliteit stond centraal in vele partijprogramma’s. Zoals De Volkskrant berichtte, was dit ook het geval van de Zweedse sociaaldemocratie die daarmee het voorbeeld volgde van haar Deense zusterpartij. Uiteindelijk wint, zoals steeds, het origineel het van de kopieën.
Over de mainstreaming van extreemrechts schreef Mondon twee jaar geleden samen met Aaron Winter een inzichtelijk boek, ‘Reactionary Democracy. How Racism and the Populist Far Right Became Mainstream’.
In dat werk tonen beide auteurs aan dat extreemrechts de huidige electorale en ideologische successen enkel kan behalen dankzij de tolerantie en de ruimte die bepaalde media, politici en academici haar schenken. Zij betwisten dat de extreemrechtse successen het gevolg zouden zijn van “de wil van het volk”, tenzij die “wil” in de media geconstrueerd en gecultiveerd wordt. Terwijl democratische normen en ideeën voor reactionaire doeleinden misbruikt worden, plaatsen een aantal media, opiniemakers en politici zich als democraten en verdedigers van de vrije meningsuiting in de positie van een objectieve bijstaander of scheidsrechter. In plaats van extreemrechts het vuur aan de schenen te leggen en te de-normaliseren, regelen ze en becommentariëren ze het “debat” waar ze natuurlijk ook de banbreedte van bepalen… met extreemrechts erbij.
Bron: The Guardian, Volkskrant
Afbeelding: Wikimedia