Onderzoek uitgevoerd in opdracht van Unia door Raymond Harder
https://www.unia.be/nl/publicaties-statistieken/publicaties/tussen-opinie-en-haat
Samenvatting
De grens tussen opinie en haatdiscours is niet altijd makkelijk te trekken. Tussen de twee bestaan er discoursen die gericht zijn tegen bepaalde groepen en die discriminatie of haat kunnen voeden of rechtvaardigen, zonder er openlijk toe aan te zetten. Het onderzoek in opdracht van Unia ging na wat de strategieën en talige kenmerken zijn van uitingen in die ‘grijze zone’ tussen opinie en haat. Het focust op berichten op
sociale media (Facebook en Twitter) van politieke accounts. De studie werd parallel uitgevoerd voor het Nederlandstalige en het Franstalig landsgedeelte. Het Nederlandstalige gedeelte1 van dit rapport onderzocht de Nederlandstalige politieke accounts van de zeven grootste Vlaamse politieke partijen. Het Franstalige gedeelte2 bekeek de politieke accounts van de belangrijkste Franstalige politieke partijen.
De voornaamste vaststellingen:
- Zo goed als alle Nederlandstalige berichten die bewust de grens opzochten (192 Twitterberichten en 237 Facebookberichten) kwamen van één politieke partij, namelijk van Vlaams Belang. Ook bij N-VA kwamen een aantal gevallen voor. Bij de andere partijen niet.
- De geviseerde groepen worden bijna altijd geselecteerd op basis van herkomst of religie, en in het bijzonder personen met een migratieachtergrond en die (cultureel en/of religieus) moslim zijn.
- Politici die bewust de grijze zone opzoeken, lijken goed op de hoogte te zijn van de wettelijke bepalingen in verband met haatdiscours. Ze zorgen ervoor dat ze binnen de grenzen van het niet-strafbare discours blijven.
- De onderzoekers beschrijven vijf terugkerende discursieve patronen die ze hebben gekoppeld aan specifieke linguïstische strategieën: (1) het gebruik van implicaturen, (2) de rol van agentiviteit, (3) benoemingsprocessen
- (met daarbinnen de speciale effecten van (4) metaforen, (5) hyperbolen en (6) ironie), (7) deixis, en (8) perspectiefwijzigingen.
- Indirecte communicatie en impliciete boodschappen blijken inherent aan het discours in de grijze zone. De uitingen creëren vaak een tegenstelling tussen twee groepen: een groep van insiders en een groep van outsiders. Er is bij de inhoud van de boodschappen vaak een grote mate van vaagheid in de inhoud van de boodschappen, waardoor het moeilijker is om er kritiek op te geven of om aan te geven dat ze niet stroken met de waarheid. Om de impliciete betekenis van het discours te vatten, moeten de ontvangers van de boodschap een beroep doen op hun kennis van de context en hun bestaande referentiekader.
- Positief nieuws over deze groepen is zelden te vinden. De mediacommunicatie focust vaak op sensatie, zonder nuance, draagt bij aan een klimaat waarin ideeën ingang vinden dat er een massa-immigratie plaatsvindt, dat anderen zich hier ‘baas proberen te maken’ en dat er een strijd tegen ‘onze’ maatschappij aan de gang is.