Overal waar democratische rechten en vrijheden aangevallen worden, waar autoritarisme de plak zwaait, moet de vrije pers op de schop. We zagen dat op verschillende momenten in de geschiedenis. We zien dat vandaag opnieuw in een aantal regimes en bij partijen die deze regimes ondersteunen en onze democratieën eveneens diezelfde autocratische wending wensen te laten nemen.
Nog maar enkele dagen geleden, op 8 november, presenteerde de voormalige Amerikaanse president Donald Trump tijdens een speech in Ohio zijn visie over vrijemeningsuiting. Trump verklaarde dat journalisten die weigeren hun bronnen te onthullen – een volledig geïnstitutionaliseerde praktijk in elk democratisch land – naar de gevangenis moeten en daar moeten worden verkracht zodat ze dan hun bron wel zouden prijsgeven.
Onder de dictaturen van de twintigste eeuw was het niet anders. Dat blijkt uit het verhaal van de in 1883 in Stettin geboren journalist Fritz Michael Gerlich, een gematigd conservatief en toegewijd katholiek.
Gerlich studeerde aanvankelijk wiskunde en natuurwetenschappen maar stapte dan over naar geschiedenis. In 1907 verdedigde hij succesvol zijn doctoraat over het testament van de Engelse koning Hendrik VI. Na zijn studies gaat Gerlich aan de slag als archivaris en begint hij stukken te schrijven voor overwegend antisocialistische publicaties. Hij schrijft ook een boek tegen het communisme. In 1920 wordt hij hoofdredacteur van Münchner Neueste Nachrichten, wat later de Süddeutsche Zeiting zou worden.
Met lede ogen ziet hij de opkomst van Hitler en de nazi’s. Ooit een conservatieve nationalist begint hij zich steeds luider en openlijker af te zetten van de nazi’s en hun nationalisme. Eind jaren twintig keert hij terug naar zijn baan als archivaris die hij combineert met de uitgave van het tijdschrift Dergarde Weg, het juiste pad. Gerlich betoogde dat het nationalisme al rampzalig was geweest voor Duitsland maar dat het in combinatie met de nazistische ideologie op een catastrofe zou uitdraaien, niet alleen voor Duitsland maar voor heel Europa.
In 1932 publiceert hij een satirisch artikel getitteld ‘Heeft Hitler Mongools bloed?’ om de pseudowetenschappelijkheid van de nazistische rassentheorieën aan te klagen. Ook de ironische en provocatorische cartoons die hij publiceert worden vermaard.
Nadat Hitler eind januari 1933 aan de macht komt, wordt Gerlich op 9 maart door leden van de Sturmabteiling (SA) gearresteerd en in het concentratiekamp Dachau opgesloten. Enkele dagen later wordt zijn tijdschrift verboden. Hij wordt zwaar gefolterd maar zou verklaard hebben dat hij zich niet om het leven zou brengen omdat hij een katholiek was. Hij werd nooit formeel aangeklaagd of berecht. Op 30 juni 1934 wordt hij, na vijftien maanden gevangenschap, in Dachau geëxecuteerd.
In de Canadese mini-tv-serie ‘Hitler: the Rise of Evil’ wordt Gerlich vertolkt door de Amerikaanse acteur Matthew Modine. In een scene dicteert Gerlich/Modine een voorpagina-artikel dat waarschuwt voor het gevaar dat Hitler voorstelt. Gerlich eindigt het stuk met de woorden: “Het ergste dat we kunnen doen, absoluut het ergste, is niets doen”.
Afbeelding: Wikimedia